Een landgoed vol kunst
Kunst en natuur in de Achterhoek 13e editie
Landgoed Enghuizen, Hummelo 5 april t/m 28 mei 2012
Meer dan dertig kunstenaars hebben weer hun werk in de vrije natuur opgesteld. Verder doen dit jaar leerlingen mee van school de Lans en cliënten van Fatima te Nieuw Wehl. De werken staan opgesteld langs een wandelroute van zo’n vier kilometer op het landgoed Enghuizen. Het is een wandeling van zeker anderhalf uur.
Het startpunt is bij het Hotel-Café-Restaurant De Gouden Karper Dorpsstraat 9, of Café FF naar Steef, Dorpsstraat 1, in Hummelo
Het landgoed is van zonsopkomst tot zonsondergang vrij toegankelijk.
Voor de derde maal hebben dichters zich laten inspireren door het landgoed. Aan het eind van de route heeft Rolf Wolters een Poëziemeubel geconstreerd. Een klink-en leesplek. Hier kunnen gedichten gelezen worden of voorgedragen. De dichtersgroep De Omsmeders zal hier elke zondag tussen Pasen en Pinksteren van 15:30 u.-16:30 u. gedichten voordragen. Bij de kasteeltuinmuur tegenover het Koetshuis heeft Jan Opdam in samenwerking met de dichters éénwoordgedichten uitgebeeld in de Muurbloemlezing.
D E E N G H U I Z E R D I A L O G E N I I I
De muurbloemlezing | Jan Opdam en dichtersgroep De Omsmeders
Hans Mellendijk | TOEGOED
Bert Scheuter | KEERHOOP
Ankh Gussinklo | BETERSTRIJD
Lidwiene Vermeij | NACHTJAMMER
Wim van Til | SCHEURGRENS
Bert Bevers | TROTSANGST
Jan Opdam | LOTSWOEDE
Louis Radstaak | DIEPTELUST
Henk Beunk | ZIELETOCHT
De poëzieklinkplek | Rolf Wolters en dichtersgroep De Omsmeders
Foto: © Louis Radstaak | 2012
Foto: © Louis Radstaak | 2012
Vóór hen hadden wegbereiders
het parcours beschreven op papier
toch hebben zij alsnog gekozen
voor dwalend gaan op hun manier
zij die daar stond en dan weer liep
hij driemaal tien in jaren ouder
zij alles had ontdekt, hem riep;
hij nam haar op zijn schouder
ze zijn nog lang gebleven
het bos hen beiden had verrast
zoals het nimmer was beschreven
Nico Arts
naald- en loofhoutbos
vaklui boeren houtgerief
Lobeeklaan
naald- en loofhoutbos
eng huizen bomen samen
struiken planten wortels
in eeuwenoude humus
van moeder aarde’s grond
rangschikken lanen wegen
waarlangs ook water hoort
dat nauw landschappelijk luistert
en putten vanzelfsprekend
uit inspiratiebronnen
van streek en goed
het toeft hier puik
op lobeeklaan
Henk Beunk
Hier sta ik strak, zie ik uw denken gedoopt
in honingkleur mij naderen. Gedaan lijkt
het met wachten, met die verzegelde blik.
Zet verleden zeker niet al te mager aan.
Kom maar op met uw verhaal, met uw drift,
uw snuivende. Kom maar op! Al dat groen,
dat pertinente willen, kan geen leegte voltooien
als je daaromheen de raadsels niet bevrijdt.
Vergeef mij als het u belieft, vergeef mij maar,
als alles zich rild voltrekt in immer weerkerend
zwijgen. Achter de theekopjes die tinkelden
in het paviljoen, het ruisen van gordijnen, die
verbroste dromen. Geen wezenlijker beeld is er
nu dan dit. Maar: wie de weg weet mag het zeggen.
Bert Bevers
Het landschap lag opnieuw er prachtig bij dit jaar
Wat zouden wij op cultureel gebied ontmoeten
Ik snoof er lustig aan, rook op de route
Nog ’t zweet van menig moeïe kunstenaar.
Ik zag haar staan - wat heet – we raakten aan de wandel
Koutend over ’t uitzicht en moderne kunst
Naar haar te luisteren bleek gaandeweg een gunst
Een schildering van afzien, aanzien, wandel, handel.
Van rang en stand, van moeiten en van macht
Van meester en van knecht; de rijke wijdte
Versus haar vaders godsarmzalig keuterboerderijtje
De pet onder de arm, de pacht.
‘k Zocht op haar lippen taal of tekens van verwijt
“Ach, dat was hier en toen normaal”, zei zij
Ze wees vooruit naar waar vroeger het stulpje lei
Blikte terug, recht in die goeie ouwe tijd…
Ankh Gussinklo
Steppen oostwaarts van de IJssel
nemen bezit van zijn verplaatsing,
buigen de rechte rijksweg tot wankel
wagenspoor naar Jena, Lützen, Bautzen …
Wat verder oosters ter tafel komt
vertoont zich eerst wanneer hij als een
gouden horde karpers happend naar
het onbestemde zwemmend heen en
weer de Berezina overmag –
waarna hij keert, op uitgeklede
keizerlijke schreden, tot
Enghuizen op het Hummels platteland.
P.B. Kempe
als ik het bos verlaat zie ik
hoe de gulden snede waakt
over het landschap
en de ongemeten wolkenlucht
laag op een voetstuk zet
als eerbetoon
aan een tijdloos moment
hoe het mogelijk is
de bijna ongrijpbare ruimte
in een oogopslag te overzien
blijkt hier eens te meer
we overleven soms
de tijd
Ton Luijten
Toegoed Enghuizen
Telkens maar daar; schuivende schermen
of is het de dolende loper
die tussen bladerdek en lover
barre koude loopt uit te kermen?
Weeklagend de warmte tegemoet;
dartel voorjaar eindelijk proper.
Nog even en daar is het koper
slagmaals telkens weer. Het doet zo goed.
Zie daar het starend erfgoed blinken
in fasen, impressionistisch
schuift verleden caleidoscopisch
in het heden. In toegoed zinken
bosanemonenclusters. In feit
één groot tonenrijk blommentapijt.
Hans Mellendijk
enghuizen
gelaagd in de geschiedenis
heeft het landgoed hier zijn schat verborgen
een rijk verleden met geluk en zorgen
een waardevolle erfenis
met uitzicht op de pinksterbloemen
de bosboomgeuren in je neus
en geurkruid met geen naam te noemen
is levensadem nooit meer keus
een lentezoen op beide wangen
een woordenschat uit volle borst
geen zintuig zonder zinderend verlangen
gedichten stillen honger en de dorst
dit is een land van melk dit is een land van honing
en met een bos geluk in elke hand
voel ik mij op dit landgoed rijk als was ik koning
Dick Molenaar
Buitengeluk
Niet het moment, niet het ogenblik
maar de sconden nadien zijn het
die ik delen kan, als het besef, ook
slechts zo'n oogwenk, mij er aan
herinnert dat registratie nodig is.
Dan ben ik op tijd of net te laat,
zie geankerde voeten in de aarde,
daar ver beneden, mijn grondslag,
mijn houvast, de humus die mijn
blik bijstaat als ik opzie en kijk.
Wat daar was is alweer verdwenen,
laat ons het waanbeeld koesteren.
Bert Scheuter
Er zat een vogel voor mijn keukenraam –
Er zaten traantjes in zijn kleine ogen.
Toen sprak hij zacht maar duidelijk mijn naam
En vroeg of ik die traantjes wilde drogen.
Ik ben er heel voorzichtig heengelopen –
De scheiding was alleen een kleine ruit.
Misschien deed ik het raam te ijlings open –
Want plotseling sloeg hij zijn vleugels uit.
Terwijl ik vlammetjes ontwaarde aan zijn veren
Steeg hij omhoog naar onbekende sferen
En op mijn vensterbank lag enkel nog wat as.
Ik wist niet wat ik hierbij moest bedenken,
Het kon mij enkel de illusie schenken
Dat dit een kleinzoon van de vogel Phoenix was.
Roel Posthumus
Zandewierde
over het veld lopend
dwars door de graanakker
ging ik de molen op Zandewierde in
een stem zei streng tot mij:
"gij zult niet door het graan gaan!"
ik keek beschaamd opzij...
het paard deed de wieken draaien
in een tredmolen met assen,
tandwielen en kettingen
bewogen gestaag en traag
de zware maalmachines
het koren viel langzaam
neer, het meel werd gebruikt
het dagelijks brood werd gebakken
er scheen een middagzon
over de oneindige verten
buiten keek ik nieuwsgierig
naar de randen van het aquarel
over het verdwenen Enghuizen.
Louis Radstaak
Buitengeluk
Niet het moment, niet het ogenblik
maar de sconden nadien zijn het
die ik delen kan, als het besef, ook
slechts zo'n oogwenk, mij er aan
herinnert dat registratie nodig is.
Dan ben ik op tijd of net te laat,
zie geankerde voeten in de aarde,
daar ver beneden, mijn grondslag,
mijn houvast, de humus die mijn
blik bijstaat als ik opzie en kijk.
Wat daar was is alweer verdwenen,
laat ons het waanbeeld koesteren.
Bert Scheuter
geworteld staan de gewelven van 't kasteel
weerbarstend achter wuivend gras verscholen
tussen het mos een achteloze kanteel
en als je ademt hoor je Julia dolen
haar vader gaf haar 't landgoed ten geschenke
om haar ontluikend leven te beginnen.
vanuit de vijver zie ik Julia wenken,
de lentelucht beschrijft zich met haar zinnen
wie blijft zoeken geeft nog altijd sporen.
de beuken preken plechtig van magie
over de brug keert het verleden om
rondom het koetshuis kan ik echo's horen
een onophoudelijke melodie
als Julia roept: waar blijft mijn bruidegom?
Helma Snelooper
Ik was de tuinman en u wilde dood. Ik las
de angst in uw gezicht. U werd omringd door
de angst in uw gezicht. U werd omringd door
vissers, Judas in hun midden. U schonk
de wijn, u brak het brood. U bad zoals uw vader
u had leren bidden. Vreemdelingen zag ik
in mijn gaarde van uitlopend groen.
Uw handen zochten naar een stam, uw ogen
schoten vuur toen u de naderende massa hoorde.
De jongste haan kraaide in tongen; iemand verzweeg
tot driemaal toe uw naam en iemand anders sloeg
de ogen neer. Ik zag het aan, ik wilde wel mij voegen
naar uw woord; het is mijn geloof dat mij verbood.
Ik was de tuinman en u wilde dood. Uw vrienden aten
dronken van uw lichaam tot hun roes. Uw zweet is bloed.
Neem deze doek en leg u neer, uw vrienden slapen al.
Dat dit uw last is in dit late uur. De ochtend is niet ver, de dag
komt vroeg. Ik zaaide het gras, het is zacht.
Kom, leg u neer; ik houd de wacht.
Wim van Til
Hier ademen de bomen moeiteloos
en buigen bloemen over verliefden
die zich haastig neervlijen.
Achter de doornige struiken
slapen de herinneringen
in de bemoste stenen.
Alleen de eiken wachters
uit een ver verleden weten nog
van snelle stappen op het zwarte pad.
In de stilte van de nacht schreeuwen stemmen
die in het licht niet worden gehoord.
Margót Veldhuizen
Hier is het
Nooit eerder zag ik zoveel kleuren.
Schaduw schuift tot donker vermiljoen
met grijsgroene banen tot ver in het bos.
Kijk hoe mooi de lichtval.
Hier moet je weten gebeurt het.
Hier spreekt het landgoed.
Daarboven hoor je langzaam de wind,
plant zich voort als stapelklank.
Ritmisch slaan de vogels aan,
hun lucht ruimzittend.
In het gras schuilt van alles.
De natuur werkt grondig mee.
Het bestaande geworteld
in nieuwe vormen en zonlichtzuilen.
Lidwiene Vermeij
Hun sprankelende dans, beloofde veel
en had niets om het lijf.
Maar immer levendig behielden
zij toch steeds dezelfde plaats.
Hun lokkende bewegingen
verhulde zacht gelach.
Ieder die kwam werd opgemerkt,
ieder die ging, keek om.
Hoed u voor deze wachters.
Zo speels, hun eigen schaduw.
Los van de tijd.
Landgoed als tijdelijk verblijf.
waar dromen in de wind,
soms vleugels krijgen.
Anna Wiersma
Foto: © Hans Mellendijk | Beeld: José Strijbos | 2011
Foto's: © Hans Mellendijk | © Hetty Hiddink | © Ron Scherpenisse
KWR 2012 in de pers | Goed Uit. nl> | de Gelderlander 05-04-2012> | Radio Ideaal Fotoalbum> | Inleiding Bert Scheuter> |
13e K U N S T W A N D E L R O U T E H U M M E L O 2 0 1 2
Günther Zins | Durchdringung
Ute van Aalst | Ontwakende Lente
Ineke ter Haar | Schaduwboom
Jozef Kemperman | Wilde winterwind
Pim van Arkel | Lichtbaken
Marjo Alders | Vuurcocons
Martin Pragt | Verstoorde rust
Piet Post | Baadster
Foto's : Hetty Hiddink
Dries Olthof en Gebke Westra | Vrij spel
School de Lans | o.l.v. Luuk van Kordelaar | Face your Fantasy
Henri Timmerman | De tafel waar
Els Kaper-Klaver | Gevleugelde cocon
Fatima [pottenbakkerij | Ik omarm je ... boom
Willy Oster | In anlehnung an
Neeltje en Paul Hoftijzer | Weggevlogen
Joke Verboon | The dreaming
Hermine Grob | Kapel van fagacea (nappendrager)
Suzanne Compaan | Weids Zicht
Elisabeth Schink | Die Linie
Marleen Verheij | Tell me ...
Riet van Schie | Kijken door andere ogen
Jan Opdam en dichtersgroep 'De Omsmeders' | Muurbloemlezing 1woordgedichten
Sonja Brussen | Let me tell you about the birds and the bees
Freeke Nijman | muurbloempjes
Hannah Blom | Verborgen verlangen
Nol Schrijvers | De poort
Hennie den Ouden | Boombaard de Ent
Emeke Buitelaar | Sukha
Wilma Brouwer | Homo humus
Rolf Wolters en dichtersgroep 'De Omsmeders' | Poëzieklinkplek
Vincent van Dam en Henk Beunk
Vincent van Dam en Helma Snelooper
8 april 2012
Foto's: © Hettie Hiddink | Publiek
Hans Mellendijk en Louis Radstaak
Hans Mellendijk
Bert Scheuter
15 april 2012
Margót Veldhuizen
26 april 2012
Dick Molenaar en Ankh Gussinklo
29 april 2012
KWR 2012 in de pers | Goed Uit. nl> | de Gelderlander 05-04-2012> | Radio Ideaal Fotoalbum> | Inleiding Bert Scheuter> |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten